Schilderijen en Tekeningen 1974 / 1979
Kees Smits
Solotentoonstelling
2 – 20 mei 1979
Vleeshal (Kaart)
“Het schilderij moet niet gezien worden als object, maar als plat vlak/podium waarop het schilderen/de schildershandeling zich afspeelt”. Deze stelling lijkt op het eerste gezicht nogal vanzelfsprekend en voor de hand liggend, maar wanneer je hem letterlijk opvat en consequent uitvoert, zoals Kees Smits dat doet, dan betekent het bijna een ontkenning van de schilderkunst. Het gaat Kees Smits niet om het visuele of materiele resultaat, om de illusionistische of symbolische verwijzing of om een duidelijk aanwijsbare herkenbaarheid, maar om de manier van ontstaan, om de handeling ten opzichte van het platte vlak. Hij streeft ernaar dat elk schilderij reconstrueerbaar is in fases van tijd. Die handeling toont zich wel in materiaal, maar dat is slechts een afgeleide en ondergeschikte factor.
Door uit te gaan van een expliciete organisatievorm (begrepen in termen van tijdspatroon), die niet meer stelt dan de manier waarop het schilderij gemaakt is, is Kees Smits op de fundamenten van de schilderkunst aanbeland.