Panorama
Marinus Boezem
Solotentoonstelling
11 mei – 27 juni 1999
Vleeshal (Kaart)
Curator: Lex ter Braak
In het jaar dat Marinus Boezem 65 jaar geworden is, zijn er in Nederland gelijktijdig drie tentoonstellingen van zijn werk te zien. In het Kröller Müller Museum is een overzicht van het vroege werk te zien (1960-1975); de Paviljoens van Almere tonen het aan het landschap gerelateerde werk; en voor De Vleeshal in Middelburg heeft Boezem een nieuw werk gemaakt dat talloze verwijzingen bevat naar zowel het vroege als het landschappelijke werk.
Marinus Boezem, woonachtig in Middelburg, en de Vleeshal zijn, tussen twee haakjes, geen onbekenden voor elkaar. Eerder liet hij hier werk zien (1979, 1989) en nog in 1997 was hij een van de deelnemers aan het project De Verborgen Stad.
Onder de titel Panorama creëerde Boezem in De Vleeshal een landschap van objecten en betekenissen. Ongeveer halverwege de hal ligt een hardstenen afstandsbediening op drie boomstronken. De afstandsbediening (zoals gebruikt voor videorecorders en televisies) is groot en sculpturaal en gericht op de achterwand van de hal. De merknaam is vervangen door de naam van Boezem.
De sculptuur en nog andere boomstronken staan in een open aluminium kooi die de indruk van een geïmproviseerd theater oproept. Aan de bovenverdiepingen hangen talloze theaterlampen. Deze lichten de sculptuur uit en verlichten tegelijk op extreem verhevigde wijze de achterwand van de hal. Het door de openstaande ramen naar binnen stromende licht wordt gesmoord in het felle kunstlicht.
Geluiden van buiten mengen zich met de in de hal rondzingende, maar onlokaliseerbare geluiden: voorbijrazende auto’s, gekwinkeleer van vogels, een stromende beek, een af en aanrollende zee. Wel is duidelijk dat veel van de geluiden synchroon lopen aan de film die op een monitor voor in de hal te zien is.
Deze film, 'Via Aurelia Antica', bevat opnamen van de Via Aurelia, de oude Romeinse weg die loopt van St. Raphael naar Rome. Op de in de reisgidsen genoemde, befaamde uitzichtpunten plaatste Boezem zijn statief en in een beweging van 180o spiedde zijn camera het panorama af. Antieke en hedendaagse elementen wisselen elkaar in de film op onvoorspelbare wijze af.
Al deze losse elementen – de film, de geluiden, de afstandsbediening, de stronken, het licht – roepen betekenissen en mogelijkheden op die zich in laatste instantie niet eenduidig laten benoemen. Zoals vaker in het werk van Boezem worden tegenstellingen als het natuurlijke en het kunstmatige, het sublieme en het banale, het toevallige en het geregisseerde, het panoramische en het ingekaderd tegen elkaar uitgespeeld. De theatrale setting van het werk benadrukt dit ‘spelen’ met betekenissen en vormt tegelijk een podium waar die tegenstellingen en het betekenisspel samenvallen in de – sublieme – ervaring.